Speeltaktieken van Schoppenjagen

Het is aan te bevelen om zo nauwkeurig mogelijk te bieden. Elke slag die je meer haalt dan je had geboden wordt een overslag genoemd. Per tien overslagen die je hebt gehaald krijg je 100 strafpunten. Voorzichtig spelen (laag bieden) is daarom niet handig, omdat te laag bieden strafpunten oplevert.

In sommige situaties kun je expres overbieden. Bijvoorbeeld als het andere team bijna aan hun 10 overslagen zijn. Door extra te bieden kun je ze misschien verleiden om ook hoger te bieden. Een voorbehoud is dat je moet weten hoeveel overslagen je zelf hebt verzameld. Als je 7 overslagen hebt, is het niet de moeite waard om het te riskeren tenzij het andere team deze ook krijgt.

Als stelregel om mee te beginnen als je nieuw bent in het spel, kun je voor elke schoppenkaart die 10 of hoger is, 1 slag bieden. En 1 slag voor elke aas en heer wat geen schoppen is.

Stel dat je de volgende hand hebt:

• Harten 5
• Harten 6
• Harten aas
• Schoppen 3
• Schoppen 4
• Schoppen 8
• Schoppen 9
• Schoppen 10
• Schoppen vrouw
• Ruiten 2
• Ruiten 4
• Ruiten 8
• Ruiten aas

In dit geval zou je 4 slagen kunnen bieden vanwege de schoppen 10, schoppen vrouw, Harten aas en Ruiten aas. Het is belangrijk om te weten dat Schoppen aas altijd een slag oplevert. Wanneer je naast de schoppen aas ook de schoppen heer hebt, levert dat nog 1 gegarandeerde slag op.

Hou altijd rekening met wat de andere spelers bieden. Bijvoorbeeld als een speler 0 slagen bied, is de kans groot dat hij of zij gaat proberen om geen enkele slag te halen. Wanneer dit gebeurt, is de kans groot dat je extra slagen krijgt, waar je waarschijnlijk geen rekening mee had gehouden. Er bestaat dan dus de kans dat je overslagen haalt.
Hou er ook rekening mee hoeveel overslagen je tegenstanders hebben gehaald. Wanneer je tegenstanders dichtbij een overslag zitten, bestaat de kans dat ze extra voorzichtig gaan spelen. Dit bied voor jou weer kansen om extra agressief te gaan spelen.

Op het moment dan je een flinke voorsprong hebt, kun je overwegen om behoudend te bieden, zodat je je voorsprong niet in gevaar brengt. Als je een aanzienlijke achterstand hebt, dan is het verstandig om wat agressiever te gaan spelen.

Wanneer je achter staat, kun je overwegen om blind of nul te gaan bieden. Blind bieden houdt in dat je gaat gokken hoeveel slagen je haalt, zonder naar je kaarten te kijken. Met nul bieden, zeg je dat je geen enkele slag haalt, nadat je naar je kaarten hebt gekeken. Als je succes hebt met een van beide biedingen, worden er maar liefst 100 punten aan je score toegevoegd. Wanneer je er echter niet in slaagt, krijg je een straf van 100 punten.
B.v. als je nul biedt, maar toch 1 slag haalt, verlies je 100 punten. Wanneer je blind biedt en het exacte aantal haalt wat je had geboden, krijg je 100 punten.
Je kunt deze 2 strategieën zelfs combineren, wat ook wel blind nul wordt genoemd. Dit is als je blind nul biedt zonder naar je kaarten te kijken. Als je deze gok succesvol kunt uitvoeren, krijg je een bonus van 200 punten. Als je echter faalt, verlies je 200 punten.

Schoppenjagen speel je met 52 kaarten, dat betekent dat spelers met een redelijk goed geheugen, gemakkelijk kunnen bijhouden welke kaarten er zijn gespeeld. Je hoeft niet elke kaart te onthouden, alleen de kaarten die van invloed zijn op de hand die je op dat moment speelt.
Hieronder vallen hoge kaarten die kaarten in je hand hadden kunnen verslaan. Zodra ze geen rol meer spelen, kun je veilig die kaarten spelen. B.v. als je een klaver vrouw hebt en de klaver aas en klaver heer zijn al gespeeld, dan weet je dat de kans groot is dat jouw klaver vrouw die slag kan winnen.
Het is belangrijk om bij te houden welke schoppen er al zijn gespeeld, omdat ze elke andere kaart kunnen overtroeven. Als je weet dat je tegenstanders al hun schoppen hebben gebruikt, is de kans groter om slagen te winnen met andere hoge kaarten.

Wanneer je 5 of meer schoppen hebt, kom dan uit met een lage schoppenkaart. De andere spelers moeten dan meekomen met schoppen en zullen minder schoppen over hebben om jouw kaarten te overtroeven. Dit maakt je overgebleven schoppen sterker. Die kun je vervolgens gebruiken om andere hoge kaarten te overtroeven en slagen te winnen op die manier.

Probeer de azen in het spel vroeg te gebruiken, voordat de schoppen zijn uitgekomen. Op die manier weet je bijna zeker dat je de slag zult winnen. Je hoeft dit niet te doen met de schoppen aas, omdat deze niet overtroeft kan worden.

Hou je teamspeler in de gaten en pas je strategie aan op basis van hoe het ze vergaat. Als het b.v. lijkt dat ze hun bieding niet gaan halen, wees dan een goede teamspeler door genoeg slagen te winnen.
Neem nooit een slag van je partner af als het een kaart is waarvan je denkt dat ze erop hadden gerekend voor hun bieding. Als je partner een slag verliest die ze hadden verwacht te winnen, kijk dan of je een extra slag kunt binnenhalen om het verlies te compenseren.

Net zoals met andere kaartspellen, is de volgorden van de spelers cruciaal. Wanneer je de tweede persoon bent die aan de beurt is, is het af te raden om een schoppenkaart te spelen. Dit komt omdat de volgende speler mogelijk een hogere schoppen kan spelen. Dat betekend dat je teamspeler een nog hogere schoppen moet spelen om de ronde te winnen. Het is beter om een lagere kaart te spelen wanneer je als eerste of tweede persoon moet spelen.
Als je echter als derde speler aan de beurt bent, kun je meestal een schoppen spelen om de slag te winnen. De enige keer dat je dit niet wilt doen, is als je partner een hele hoge kaart die praktisch onverslaanbaar is heeft gespeeld.

Het aantal slagen dat jouw team heeft geboden, moet bepalen hoe agressief je strategie is. Als jouw team hoog heeft geboden, speel dan agressief en probeer zo snel mogelijk al je slagen te behalen. Als je een gemiddeld tot laag aantal slagen hebt geboden, speel dan conservatief. Door je aanpak te matigen, zul je minder snel te weinig of te veel bieden.